Opdracht 4: Drama activiteit

De klas wordt opgedeeld in groepjes van 5 leerlingen. Elk groepje denkt na over de toekomst. Als ondersteuning kun je hierbij de ingezonden vragen en antwoorden gebruiken van opdracht 2.

 

De opdracht:

Met elkaar speel je uit wat zich achter de 'toekomstdeur' afspeelt. Ieder groepslid neemt een woord dat kenmerkend is voor zijn of haar toekomst.

Groepslid 1: een beroep.

Groepslid 2: wonen (land, plaats of soort huis).

Groepslid 3: vrije tijd (wat doe je naast je werk?).

Groepslid 4: gezin (met wie woon je samen?).

Groepslid 5: een uitgekomen wens.

 

In elk scène (kort toneelstukje) komt dus één beroep, één land, plaats of soort huis, één uitgekomen wens, één vrijetijdsbesteding en tenminste één iemand (persoon) waarmee je samenwoont terug.

 

Je begint de scène door door een denkbeeldige deur te stappen.

 

Wat doen de leerlingen die niet spelen?

Je luistert en kijkt goed naar wat de 'toneelspelers' laten zien en horen. Na afloop kun dan, als het goed is, antwoord geven op onderstaande vragen:

1. Welk beroep heeft groepslid 1 in de toekomst?

2. Waar woont groepslid 2 in de toekomst?

3. Wat doet groepslid 3 in de toekomst naast zijn of haar werk?

4. Met wie woont groepslid 4 in de toekomst samen?

5. Welke wens van groepslid 5 is uitgekomen?

Maak jouw eigen website met JouwWeb