Verhaal

'Ik ren en ik ren, iemand zit mij achterna. Wie of wat achtervolgt mij? Dan zie ik drie deuren: een zwarte deur, een rode deur en een groene deur. Welke deur zal ik kiezen?'

 

Opdracht

Bedenk hoe het verhaal verder gaat. Welke deur kies je en wat is daar achter?

Gebruik de volgende zin:

'Ik kies de ....... deur en kom in ....... terecht.'